John Jacobs aan Peter Scheele d.d. 13-11-2001
e degeneratie-theorie laat geen combinatie toe tussen mijn wetenschappelijk vakgebied (biologie) en mijn Eerste Liefde (Jezus Christus volgen). Dit is een korte passage van een stuk van ca 7 kantjes van mij dat binnenkort op internet en in een Christelijk jongerenblad zal verschijnen. Aangezien ik daarin directe kritiek op Peter Scheele's boek uit, wil ik hem de kans geven een weerwoord te geven. De passage over het boek degeneratie:
Peter Scheele, schrijft een boek over wat hij denkt dat de evolutietheorie is. In plaats van te kijken naar wat Charles Darwin schreef, gaat hij uit van dwaalleraren zoals die van de evolutionaire psychologie, getuige zijn uitspraak: "Het hele probleem van het ontbreken van normen en waarden in onze samenleving en de dringende noodzaak van maatschappelijke discussie, vindt zijn oorzaak in het algemeen aanvaard zijn van de evolutietheorie" [#20,p.26]. Hoe, wat, waarom? Hoe komt hij tot deze inzichten? De evolutie theorie gaat over erfelijkheidsleer, over eigenschappen die op een biologische manier worden doorgegeven. Deze theorie geldt niet voor de (menselijke) Geest! Daarvoor geldt een ander mechanisme van doorgeven. De EO heeft daar een mooi programma over, genaamd 'Peter' (!), waarin mensen geconfronteerd worden met hun levensvisie en die van Jezus Christus! Misschien zou Scheele daar eens naar moeten kijken :). Gods Geest werkt niet volgens de biologische erfelijkheidsleer! Je hoeft geen Christelijke biologische ouders te hebben gehad om Christen te worden, en ook als je ze wel hebt wil dat niet zeggen dat jezelf ook Christen bent. De menselijke geest, ons gedrag ontstijgt de biologie. Op geestelijke vlak krijg je wel wat mee van je opvoeders, maar dit staat los van het feit of dit je biologische ouders zijn.
Voor zijn eigen concept 'degeneratie', gaat Scheele wel uit van dat lichaam en geest niet hetzelfde zijn; degeneratie geldt niet voor de geest. Degeneratie is evolutie (doorgeven van verandering in het nageslacht), maar dan zonder selectie [#20]. Selectie is immers het mechanisme waardoor mutaties (veranderingen) tot vooruitgang kunnen leiden (zie Methodes van verandering en voorruitgang), een mogelijkheid die Scheele ontkent. Het gevolg is dat de biologen op hun achterste poten staan en Scheele vertellen selectie wel degelijk bestaat. De voorbeelden van selectie zijn door Darwin aangevoerd, en nog meer door hedendaagse geneeskunst, en in de soortvorming (zie eerder in dit stuk). Degeneratie met selectie komt toch wel erg dicht bij evolutie volgens Darwin (niet bij evolutie volgens Scheele). Rest mij de vraag waarom de evolutie wel voor lichaam en geest moet gelden? Ik denk van niet, want de geest evolueert niet volgens biologische theorieen. Ik denk dat Scheele meer duurzame verandering bereikt als hij bij de biologen aangeeft dat de evolutie slechts dient om het overervende deel van de mens (de genen) te verklaren en niet de geest.
Peter Scheele, schrijft een boek over wat hij denkt dat de evolutietheorie is. In plaats van te kijken naar wat Charles Darwin schreef, gaat hij uit van dwaalleraren zoals die van de evolutionaire psychologie, getuige zijn uitspraak: "Het hele probleem van het ontbreken van normen en waarden in onze samenleving en de dringende noodzaak van maatschappelijke discussie, vindt zijn oorzaak in het algemeen aanvaard zijn van de evolutietheorie" [#20,p.26]. Hoe, wat, waarom? Hoe komt hij tot deze inzichten? De evolutie theorie gaat over erfelijkheidsleer, over eigenschappen die op een biologische manier worden doorgegeven. Deze theorie geldt niet voor de (menselijke) Geest! Daarvoor geldt een ander mechanisme van doorgeven. De EO heeft daar een mooi programma over, genaamd 'Peter' (!), waarin mensen geconfronteerd worden met hun levensvisie en die van Jezus Christus! Misschien zou Scheele daar eens naar moeten kijken :). Gods Geest werkt niet volgens de biologische erfelijkheidsleer! Je hoeft geen Christelijke biologische ouders te hebben gehad om Christen te worden, en ook als je ze wel hebt wil dat niet zeggen dat jezelf ook Christen bent. De menselijke geest, ons gedrag ontstijgt de biologie. Op geestelijke vlak krijg je wel wat mee van je opvoeders, maar dit staat los van het feit of dit je biologische ouders zijn.
Voor zijn eigen concept 'degeneratie', gaat Scheele wel uit van dat lichaam en geest niet hetzelfde zijn; degeneratie geldt niet voor de geest. Degeneratie is evolutie (doorgeven van verandering in het nageslacht), maar dan zonder selectie [#20]. Selectie is immers het mechanisme waardoor mutaties (veranderingen) tot vooruitgang kunnen leiden (zie Methodes van verandering en voorruitgang), een mogelijkheid die Scheele ontkent. Het gevolg is dat de biologen op hun achterste poten staan en Scheele vertellen selectie wel degelijk bestaat. De voorbeelden van selectie zijn door Darwin aangevoerd, en nog meer door hedendaagse geneeskunst, en in de soortvorming (zie eerder in dit stuk). Degeneratie met selectie komt toch wel erg dicht bij evolutie volgens Darwin (niet bij evolutie volgens Scheele). Rest mij de vraag waarom de evolutie wel voor lichaam en geest moet gelden? Ik denk van niet, want de geest evolueert niet volgens biologische theorieen. Ik denk dat Scheele meer duurzame verandering bereikt als hij bij de biologen aangeeft dat de evolutie slechts dient om het overervende deel van de mens (de genen) te verklaren en niet de geest.
Peter Scheele aan John Jacobs d.d. 11-01-2002
Hoi John,
Bedankt voor je artikel en dat je mij de gelegenheid geeft te reageren.
Ik vind het vrij lastig om er iets op te zeggen, omdat ik vind dat je erg los uit de pols de bijbel uitlegt, vrijwel kritiekloos het evolutionistische gedachtengoed aanvaard, en mijn eigen standpunt erg slecht verwoord. Daarom zal ik volstaan met slechts een paar losse opmerkingen.
Los uit de pols bijbeluitleg
Kain's vrouw was een zus van hem, of zelfs kinderen van broers en zussen van hem. Dat lijkt ons vreemd toe, omdat wij niet gewend zijn dat verhalen achronologisch verteld worden in de hebreeuwse cultuur en dus ook in genesis. In hoofdstuk 5:4 lezen we:
En de dagen van Adam, nadat hij Set verwekt had, waren achthonderd jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.
Reken maar eens uit hoeveel nageslacht Adam kon krijgen in achthonderd jaar.
Ons lijkt het vreemd toe dat een broer en zus nageslacht krijgen, omdat we opgevoed zijn bij de gedachte dat dat de kans op genetische afwijkingen vergroot, maar er vanuitgaande dat Adam en Eva perfecte genetische scheppingen waren, dan is dat geen enkel probleem. Zo was bijvoorbeeld ook Sarah een halfzus van Abraham en werden voor Jakob en Isaak JUIST partners uit de familie gezocht, waar wij dat BUITEN de familie. doen. In die tijd was dat dus heel gebruikelijk.
Kritiekloze overname evolutie gedachtengoed
Als je het hebt over dateringen vertel je vrijwel het verhaal dat standaard in de biologieboekjes verteld wordt. Je noemt geen enkel tegenargument. Dateringen zitten vol vooronderstellingen en sommige methodes zijn geijkt op andere. Lees bijvoorbeeld gewoon eens het boekje 'Evolutie: een ei zonder kip', of bestudeer www.answersingenesis.org eens.
Door in dat verband de tekst te gebruiken waarin staat dat bij God 1 dag als duizend jaar is, laat je weer zien dat je los uit de pols de bijbel uitlegt. Die tekst gaat daar helemaal niet over en je kan hem niet uit de bijbel halen en zomaar op de scheppingsdagen van Genesis projecteren. Als je dat doet, is dat bijbelinlegkunde.
Slecht verwoorden van mijn standpunt
Je schrijft: Degeneratie is evolutie (doorgeven van veranderingen in het nageslacht), maar dan zonder selectie. Selectie is immers het mechanisme waardoor mutaties (veranderingen) tot vooruitgang kunnen leiden, een mogelijkheid die Scheele ontkent.
Wel het spijt me zeer, maar dit is echt regelrechte onzin. Het concept van 'natuurlijke selectie' is de grootste ontedekking die Charles Darwin gedaan heeft, alleen hij (en jij ook niet) heeft niet begrepen dat als je iets kiest, je ook iets NIET kiest. Als je genetisch gezien selecteert, gaat datgene wat je niet kiest verloren. Omdat soorten van oorsprong een overdaad aan genetische informatie en mogelijkheden hebben, valt er heel wat te kiezen (=selectie). Daardoor is er een uitwaaiering vanuit de oersoorten naar allerlei sub- en ondersoorten, die ieder op zich door recombinatie en selectie ontstaan en daarmee genetisch verarmen ten opzichte van hun moedersoort. Mutaties kunnen daar bovenop soms verrassende wijzigingen in bestaande genen aanbrengen, maar meestal verminken ze een gen gewoon. Mutaties zijn daarmee echter absoluut nog geen BRON van nieuwe variatie. Ze ge- en misbruiken alleen maar wat van oorsprong al voorhanden was in de soorten.
Wel, ik hoop dat je hier iets mee kan en kan niet anders dan je aanraden mijn boek nog eens goed te lezen.
met vriendelijke groet,
Peter Scheele
Bedankt voor je artikel en dat je mij de gelegenheid geeft te reageren.
Ik vind het vrij lastig om er iets op te zeggen, omdat ik vind dat je erg los uit de pols de bijbel uitlegt, vrijwel kritiekloos het evolutionistische gedachtengoed aanvaard, en mijn eigen standpunt erg slecht verwoord. Daarom zal ik volstaan met slechts een paar losse opmerkingen.
Los uit de pols bijbeluitleg
Kain's vrouw was een zus van hem, of zelfs kinderen van broers en zussen van hem. Dat lijkt ons vreemd toe, omdat wij niet gewend zijn dat verhalen achronologisch verteld worden in de hebreeuwse cultuur en dus ook in genesis. In hoofdstuk 5:4 lezen we:
En de dagen van Adam, nadat hij Set verwekt had, waren achthonderd jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.
Reken maar eens uit hoeveel nageslacht Adam kon krijgen in achthonderd jaar.
Ons lijkt het vreemd toe dat een broer en zus nageslacht krijgen, omdat we opgevoed zijn bij de gedachte dat dat de kans op genetische afwijkingen vergroot, maar er vanuitgaande dat Adam en Eva perfecte genetische scheppingen waren, dan is dat geen enkel probleem. Zo was bijvoorbeeld ook Sarah een halfzus van Abraham en werden voor Jakob en Isaak JUIST partners uit de familie gezocht, waar wij dat BUITEN de familie. doen. In die tijd was dat dus heel gebruikelijk.
Kritiekloze overname evolutie gedachtengoed
Als je het hebt over dateringen vertel je vrijwel het verhaal dat standaard in de biologieboekjes verteld wordt. Je noemt geen enkel tegenargument. Dateringen zitten vol vooronderstellingen en sommige methodes zijn geijkt op andere. Lees bijvoorbeeld gewoon eens het boekje 'Evolutie: een ei zonder kip', of bestudeer www.answersingenesis.org eens.
Door in dat verband de tekst te gebruiken waarin staat dat bij God 1 dag als duizend jaar is, laat je weer zien dat je los uit de pols de bijbel uitlegt. Die tekst gaat daar helemaal niet over en je kan hem niet uit de bijbel halen en zomaar op de scheppingsdagen van Genesis projecteren. Als je dat doet, is dat bijbelinlegkunde.
Slecht verwoorden van mijn standpunt
Je schrijft: Degeneratie is evolutie (doorgeven van veranderingen in het nageslacht), maar dan zonder selectie. Selectie is immers het mechanisme waardoor mutaties (veranderingen) tot vooruitgang kunnen leiden, een mogelijkheid die Scheele ontkent.
Wel het spijt me zeer, maar dit is echt regelrechte onzin. Het concept van 'natuurlijke selectie' is de grootste ontedekking die Charles Darwin gedaan heeft, alleen hij (en jij ook niet) heeft niet begrepen dat als je iets kiest, je ook iets NIET kiest. Als je genetisch gezien selecteert, gaat datgene wat je niet kiest verloren. Omdat soorten van oorsprong een overdaad aan genetische informatie en mogelijkheden hebben, valt er heel wat te kiezen (=selectie). Daardoor is er een uitwaaiering vanuit de oersoorten naar allerlei sub- en ondersoorten, die ieder op zich door recombinatie en selectie ontstaan en daarmee genetisch verarmen ten opzichte van hun moedersoort. Mutaties kunnen daar bovenop soms verrassende wijzigingen in bestaande genen aanbrengen, maar meestal verminken ze een gen gewoon. Mutaties zijn daarmee echter absoluut nog geen BRON van nieuwe variatie. Ze ge- en misbruiken alleen maar wat van oorsprong al voorhanden was in de soorten.
Wel, ik hoop dat je hier iets mee kan en kan niet anders dan je aanraden mijn boek nog eens goed te lezen.
met vriendelijke groet,
Peter Scheele
John Jacobs aan Peter Scheele d.d. 15-02-2002
Hoi Peter,
Hier volgt dan de tweede brief aan jou.
Ik heb jouw advies op gevolgd, en een diepere studie aan jouw boek gewijdt.
Het is een vrij lang stuk, maar ik heb het uigesplitst per onderwerp. Sorrie voor de veelheid van kritiek, maar ik hoop dat je begrijpt dat het inhoudelijk en niet persoonlijk is bedoeld. Ik heb ook geprobeerd aan te geven met welke stukken uit jouw boek ik het wel eens bent en wat ik heel goed in jouw boek vind. Ik hoop dat je de moeite neemt inhoudelijk te reageren.
Met vriendelijke groet,
John
Hier volgt dan de tweede brief aan jou.
Ik heb jouw advies op gevolgd, en een diepere studie aan jouw boek gewijdt.
Het is een vrij lang stuk, maar ik heb het uigesplitst per onderwerp. Sorrie voor de veelheid van kritiek, maar ik hoop dat je begrijpt dat het inhoudelijk en niet persoonlijk is bedoeld. Ik heb ook geprobeerd aan te geven met welke stukken uit jouw boek ik het wel eens bent en wat ik heel goed in jouw boek vind. Ik hoop dat je de moeite neemt inhoudelijk te reageren.
Met vriendelijke groet,
John
Los uit de pols bijbeluitleg
Het is mij echt niet duidelijk waarom je vindt dat ik de bijbel los uit de pols uitleg. Mijn uitleg verschilt niet van de uitleg van de meeste grote Christelijke kerken, al is dat geen inhoudelijk argument. Wel inhoudelijk is, dat ik geen bewijs vind voor 1 bepaalde uitleg van de bijbel, zoals jij dat wel schijnt te vinden. Helaas geef je niet aan wat dat bewijs is, maar beperk jij jouw argumenten tot een mogelijke interpretatie. Omdat ik geen eenduidige uitleg kon vinden in Genesis heb ik mijn bijbelbeschouwingen tussen relatieverende teksten gezet, maar helaas is dit je ontgaan. De relatieverende tekst aan het begin is: om te beginnen komen de teksten van Genesis op mij als mens warrig over [JJ:WIL-5] en aan het einde is: Het moge duidelijk zijn dat bij het lezen en verklaren van Genesis, het feit dat God alles (het levenloze, het levende, de dieren en de mens) heeft geschapen niet in twijfel wordt getrokken. Wel wordt de vraag gesteld of de verhalen in Genesis 1 en 2 onze enige (Bijbelse) bron voor Gods scheppingswerk zijn, of dat je meer teksten uit de Bijbel kunt aanboren, te samen met een wetenschappelijke bestudering van Gods werken. [JJ:WIL-5]
Voorzichtigheid vind ik ook in de uitleg alle geraadpleegde bijbelvertalingen, er wordt veelal behoudend uitleg gegeven aan termen als Adam (betekent mens, maar is ook een eigen naam), Eva (betekent leven, maar is ook een eigen naam) en het collectief zijn van de schepping van 'Adam', gezien het vervolg 'zij (meervoud) zullen heersen' {Gen.1:26,27}. De Bijbel maakt bij herhaling duidelijk dat lichamelijke schepping van de mens niet hetzelfde is als geestelijke schepping. Die overdenkingen staan in sterk contrast met Peters stellige uitleg van de bijbel. Op zich heb ik geen probleem met dat een latere gebeurtenis eerder vermeldt kan staan in de Bijbel. Maar hoe bepaal je dan de volgorde van de gebeurtenissen?. Op grond van welke bijbelteksten bepaal je wat eerst was? Waar staat in de bijbel dat Kains vrouw zijn zus of kinderen van zijn zus waren? Ik kan het niet vinden, dus neem ik aan dat de bijbel onvolledig is over dit onderwerp, maar als je een hogere waarheid dan de Bijbel kent, zou ik die graag willen zien.
Genesis met betrekking tot de schepping van de mens (Hebreeuws: Adam = mens):
- God spreekt over het plan om het 'de mens' te scheppen {Gen.1:26}
- En schept dan de mens, zijnde man en vrouw {Gen.1:27}
- Vervolgens wordt de mens geplaatst in het Hof van Eden {Gen.2:8,15}
- En wordt de vrouw gemaakt uit de mens {Gen.2:22}.
Hoe kan ik dit verklaren?
(a) De schepping in Genesis 1 is die van een groep mensen. Dit verklaart de schepping als man en vrouw; de bron van de vrouw van Kain; is echter niet uitdrukkelijk vermeldt in de Bijbel en roept de vraag op welke man werd in het paradijs geplaatst?
(b) De schepping in Genesis 1 is die van 1 man en 1 vrouw. Dit verklaart de schepping als man en vrouw; deze vrouw zou de moeder van Kains vrouw kunnen zijn, maar roept de vraag op waarom word de vrouw opnieuw gemaakt?
(c) De schepping in Genesis 1 is die van 1 man en 1 vrouw. Dit verklaart alle de gebeurtenissen in het paradijs, maar de tekst in Gen.1:27 lijkt dan strijdig met de waarheid en waar komt de vrouw van Kain vandaan?
(d) De schepping in Genesis 1 is de geestelijke schepping van de mens, die in Genesis 2 de lichamelijke. Dit verklaart waarom er twee scheppingsverhalen zijn, maar roept de vraag op: waarom wordt Eva die geestelijk al geschapen is later opnieuw lichamelijk geschapen, terwijl de geestelijke schepping van Adam direct in het paradijs kon worden geplaatst?
Conclusie van de bijbeluitleg
Waar het mij om gaat in het gedeelte 'Woorden uit het Woord' is dat de Bijbel sommige dingen niet verteld en voor sommige zaken meerdere interpretaties open laat. Als je wilt aantonen dat Kains vrouw zijn zus of zijns zus kind was, zul je Bijbelteksten moeten hebben over Kains vrouw (ik kan ze niet vinden), want anders heb jij ook slechts een los uit de pols bijbeluitleg. Kort samengevat: ik durf geen harde conclusies te verbinden aan wat de bijbel zegt over dit onderwerp, en geef dus alleen maar een aantal vragen en mogelijkheden. Ondubbelzinnige antwoorden op vragen ontbreken mij. Als jij ze wel hebt zou ik ze graag willen zien.
Mocht jij wel bewijzende bijbelteksten hebben die aantonen dat jouw bijbeluitleg niet los uit de pols is, dan zou ik heel graag in jouw kennis delen.
Kritiekloze overname evolutie gedachtegoed
Dateringsmethoden heb ik slechts kort genoemd aangezien die door data van diverse wetenschappelijke disciplines en technieken worden ondersteund. Jouw bewering dat "(d)ateringen zitten vol vooronderstellingen en sommige methodes zijn geijkt op andere", berust slechts voor een deel op waarheid. Laat me dit toelichten. Alle halfwaardetijden zijn me zeer grote nauwkeurigheid in het lab bepaald. Aangezien dit de orde van grootte (b.v. honderden, duizenden, tienduizenden, honderdduizenden of miljoenen jaren) van de datering bepaald geeft de halfwaardetijd op zichzelf al ruwe schatting van de datering. Deze ruwe schatting wordt bijgesteld door een aantal factoren die veelal in kleine mate varieren. Dit zijn factoren als de chemische en biologische uitwisseling van isotopen en de verandering van isotoop concentratie in de loop der tijd. Onjuist of niet corrigeren voor deze factoren leidt meestal tot kleine verschillen, maar soms ook tot middelgrootte verschillen in de orde van een factor 10 of 100. De correcties die gemaakt worden hebben dus wel invloed op het aantal miljarden jaren dat de aarde oud is, maar niet of de conclusie dat de aarde miljarden jaren oud is.
Even terug naar de dateringvraag: is de leeftijd van de aarde in de grootte orde van 4 miljard of 10 duizend jaar? De voorbeelden van die gegeven worden op www.answersingenesis.org/dpcs/4005.asp, een website die tot doel heeft te bewijzen dat de aarde jong is. De argumenten aangevoerd op deze site laten voor een deel zien dat de aarde miljoenen jaren oud kan zijn (argumenten 1, 3 en 4op deze site). De argumenten over de jagers - verzamelaars zijn puur speculatief. Als je cultuur (inclusief religieus besef) als maat voor het Mens zijn neemt, is de ouderdom van de Mens ook ongeveer 10.000 jaar. Ik zie in deze culturele - religieuze revolutie, waarin het schrift is uitgevonden, dan ook de schepping van de Mens als Geestelijke wezen. Argumenten als de hoeveelheid helium in de atmosfeer (argument 9), het verval van het aards magnetisch veld (argument 5), de hoeveelheid meteorietenstof (argument 2) en het verzamelen van metalen in de oceaan (argument 4) worden bestreden op de site talkorigens.org/faqs/faq-age-of-earth.html.
Kritiekloze overname creatie gedachtegoed
De onnauwkeurigheden van berekening aan de hand van het isotoopverval, vind je ook in de methode die gebruikt maakt van datering van de schepping volgens de bijbel. Afhankelijk van de dateringsmethode volgens de bisschop Ussher of de aartsvadermethode en de bijbelse bron (Masoretic of Septuagint) en is Adam in 4.004, 5.490, 10.842 of 12.028 v.Chr. geschapen. De zondvloed vond ruwweg halverwege deze periode plaats. Het belangrijkste argument dat ik tegen deze dateringsmethode heb aangedragen en nog steeds heb, is de bijbel zelf. "Paulus schreef over het gebruik van deze geslachtsregisters: 'houd je niet bezig met fabels en eindeloze geslachtsregisters, die veeleer moeilijkheden ten gevolge hebben dan door God gegeven leiding in het geloof' {1Tim1:4}. Aangezien ik aanneem dat ook Paulus' brieven in de Schrift ge�nspireerd zijn, kan dit betekenen dat het niet de bedoeling is Genesis te gebruiken om de te bepalen wanneer van de schepping heeft plaats gevonden." Ik concludeer hieruit dat de bijbel verteld dat men zich niet bezig moet houden met geslachtsregisters, aangezien, jij jouw datering daar wel op gebaseerd lijkt te zijn vraag ik me af, op grond van welke bijbelse interpretatie of inspiratie je dit ontleent. Ik vind het jammer dat jij jouw weerwoord wat dit betreft beperkt tot het niet relevant verklaren van het aanvullende bewijs uit {Ps.90:4; 2Pe.3:8}, maar niet in gaat op het verbod geschreven door Paulus in de bijbel. In plaats van een wijzend vingertje met "bijbelinlegkunde" zou ik graag verrijkt willen worden door jouw bijbeluitlegkunde.
Conclusie van de dateringen
Al met al moet ik concluderen dat er aanzienlijk minder bewijs is dat de aarde ongeveer 10.000 jaar oud is, dan dat de aarde miljarden jaar oud zou zijn. Ik ben me niet bewust van zelfs maar een enkel steekhoudend argument dat de aarde jonger is dan miljoenen of miljarden jaren oud. Zolang overtuigend bewijs ontbreekt dat de aarde ongeveer 10.000 jaar oud, kan de evolutieleer op grond hiervan niet worden verworpen.
Even terug naar de dateringvraag: is de leeftijd van de aarde in de grootte orde van 4 miljard of 10 duizend jaar? De voorbeelden van die gegeven worden op www.answersingenesis.org/dpcs/4005.asp, een website die tot doel heeft te bewijzen dat de aarde jong is. De argumenten aangevoerd op deze site laten voor een deel zien dat de aarde miljoenen jaren oud kan zijn (argumenten 1, 3 en 4op deze site). De argumenten over de jagers - verzamelaars zijn puur speculatief. Als je cultuur (inclusief religieus besef) als maat voor het Mens zijn neemt, is de ouderdom van de Mens ook ongeveer 10.000 jaar. Ik zie in deze culturele - religieuze revolutie, waarin het schrift is uitgevonden, dan ook de schepping van de Mens als Geestelijke wezen. Argumenten als de hoeveelheid helium in de atmosfeer (argument 9), het verval van het aards magnetisch veld (argument 5), de hoeveelheid meteorietenstof (argument 2) en het verzamelen van metalen in de oceaan (argument 4) worden bestreden op de site talkorigens.org/faqs/faq-age-of-earth.html.
Kritiekloze overname creatie gedachtegoed
De onnauwkeurigheden van berekening aan de hand van het isotoopverval, vind je ook in de methode die gebruikt maakt van datering van de schepping volgens de bijbel. Afhankelijk van de dateringsmethode volgens de bisschop Ussher of de aartsvadermethode en de bijbelse bron (Masoretic of Septuagint) en is Adam in 4.004, 5.490, 10.842 of 12.028 v.Chr. geschapen. De zondvloed vond ruwweg halverwege deze periode plaats. Het belangrijkste argument dat ik tegen deze dateringsmethode heb aangedragen en nog steeds heb, is de bijbel zelf. "Paulus schreef over het gebruik van deze geslachtsregisters: 'houd je niet bezig met fabels en eindeloze geslachtsregisters, die veeleer moeilijkheden ten gevolge hebben dan door God gegeven leiding in het geloof' {1Tim1:4}. Aangezien ik aanneem dat ook Paulus' brieven in de Schrift ge�nspireerd zijn, kan dit betekenen dat het niet de bedoeling is Genesis te gebruiken om de te bepalen wanneer van de schepping heeft plaats gevonden." Ik concludeer hieruit dat de bijbel verteld dat men zich niet bezig moet houden met geslachtsregisters, aangezien, jij jouw datering daar wel op gebaseerd lijkt te zijn vraag ik me af, op grond van welke bijbelse interpretatie of inspiratie je dit ontleent. Ik vind het jammer dat jij jouw weerwoord wat dit betreft beperkt tot het niet relevant verklaren van het aanvullende bewijs uit {Ps.90:4; 2Pe.3:8}, maar niet in gaat op het verbod geschreven door Paulus in de bijbel. In plaats van een wijzend vingertje met "bijbelinlegkunde" zou ik graag verrijkt willen worden door jouw bijbeluitlegkunde.
Conclusie van de dateringen
Al met al moet ik concluderen dat er aanzienlijk minder bewijs is dat de aarde ongeveer 10.000 jaar oud is, dan dat de aarde miljarden jaar oud zou zijn. Ik ben me niet bewust van zelfs maar een enkel steekhoudend argument dat de aarde jonger is dan miljoenen of miljarden jaren oud. Zolang overtuigend bewijs ontbreekt dat de aarde ongeveer 10.000 jaar oud, kan de evolutieleer op grond hiervan niet worden verworpen.
Quick toer: commentaar op Peters standpunt
Bedankt Peter dat je mij gewezen hebt op het feit van ' Slecht verwoorden van mijn (Peters) standpunt'. Ik heb inmiddels de tijd genomen om jouw boek te bestuderen, en ik wil daar aan de hand van bijlage 1, Quick tour, een globaal overzicht van alle argumenten [PS:D-Q].
1) Je begint met de aanname dat moleculaire evolutie, het ontstaan van nieuwe genen / eiwitten niet kan, en dat nieuwe eigenschappen slechts verlies van oude eigenschappen zijn [PS:D-Q]. Helaas bestaan vele voorbeelden van het verwerven van nieuwe eigenschappen door mutaties en / of recombinatie. Het gaat om reageerbuis experimenten, virussen en menselijke antilichaamproducerende en kankercellen. Een aantal voorbeelden heb ik reeds weergegeven in de paragraaf Methodes van verandering en voorruitgang [JJ:WIL-9].
- Bij antilichaamproducerende cellen worden nieuwe mutaties gemaakt die zorgen dat het antilichaam nog sterker bindt aan het antigeen.
- Een tweede voorbeeld is bijvoorbeeld het Mond- en klauwzeer (MKZ) virus. De virusvarianten die in een rund of varken aanwezig zijn, kunnen niet direct gebruikt worden voor het maken van MKZ-vaccin. Het MKZ-vaccin wordt namelijk gemaakt in een hamsternier-kankercel (BHK) die in suspensie groeit. Het virus uit zieke dieren kan echter wel gebruikt worden om monolagen van cellen de infecteren. Na het opkweken in die monolagen ontstaan mutanten die wel de suspensiekweek kunnen infecteren. Een van deze mutanten is al voldoende voor een infectie, dus vermeerdering op zich kan niet de oorzaak zijn. Blijft over verandering van de aanwezige mutanten en het ontstaan van nieuwe mutanten [eigen werk].
- Met name de experimenten die in een reageerbuis zijn uitgevoerd, bewijzen dat de mechanismen van mutaties, en vooral ook van recombinatie, onder invloed van selectie, op zeer effici�nte wijze, nieuwe, anders en beter functionerende genen kunnen produceren. Enzymen die DNA kopi�ren kunnen in een reageerbuis onder invloed van mutaties en recombinatie evolutie bewerkstellen [Coco'01].
- Het verhogen van het maken van fouten (mutatieratio) leidt zelfs tot versnelde evolutie, iets wat al tientallen jaren wordt gedaan met zogenaamde mutagenen stoffen en nu ook kan door de kopieerenzymen meer foutgevoelig te maken [Cohen'01].
- Het meest recente en directe keiharde bewijs voor vooruitgang door moleculaire evolutie is een artikel dat laat zien dat je door opeenvolging van puntmutaties, een verbetering in het uitvoeren van ��n complexe functie. Die vooruitgang door mutatie, en dus evolutie, gaat zelfs veel sneller als men seksuele recombinatie ook een rol laat spelen [Zhang'02].
Dit alles lijkt mij een principe bewijs van het idee dat 'mutatie en / of recombinatie kan leiden tot vooruitgang onder druk van selectie'. En daarmee een principe bewijs dat evolutie mogelijk is. De feiten die ik hier citeer zijn direct strijdig met jouw aanname: "Mutaties zijn daarmee echter absoluut nog geen BRON van nieuwe variatie. Ze ge- en misbruiken alleen maar wat van oorsprong al voorhanden was in de soorten [PS1] Ik begrijp deze aanname niet. Mutatie is in gewoon Nederlands verandering van een nucle�nezuur (erfelijk materiaal). Als iets veranderd, dan hoeft het nieuwe toch niet van tevoren aanwezig te zijn? Immers als het nieuwe van tevoren al aanwezig was, hoeft iets niet te veranderen, maar zou selectie volstaan.
2) Zinnige eiwitten ontstaan inderdaad niet door toeval alleen [PS:D-Q], maar door het samenspel van toeval en natuurlijke selectie, zoals reeds aangetoond bij het vorige argument. Selectie in samenspel met mutatie is voldoende voor het verkrijgen van nieuwe eigenschappen, zie principes van de methodes hierboven. Bij antilichaamproducerende cellen worden nieuwe mutaties gemaakt die zorgen dat het antilichaam nog sterker bindt aan het antigeen. Aangezien een drijvende kracht bestaat (selectie) voor genen is je berekening uitgaande van volstrekt willekeurigheid van mutatie ongeldig. Onder punt 1, hier boven had ik ook al aangegeven dat de uitkomst van de berekening niet juist was.
- In je berekeningen lijk je helemaal gemist te hebben dat mutatie en selectie een continue wisselwerking met elkaar aangaan. Elders in je boek schrijf je terecht dat het mogelijk is dat ��n mutatie een gen zo verandert dat het niet meer functioneel is. Voor die ene verandering bestaan 20 mogelijkheden. Hier ga je er echter vanuit dat 300 opeenvolgende mutaties gelijktijdig nodig zijn alvorens selectie mogelijk is; hierdoor zijn er 20300 (extreem veel) mogelijke varianten. Als iedere mutatie uitgeselecteerd wordt, komt de kans voor verandering de verandering van een eiwit via puntmutaties in de grote orde van 20*300 = 6000 varianten. De varianten die niet worden uitgeselecteerd, doen immers verder niet meer mee. Na het goed formuleren van je theorie, zou ik je willen adviseren om je berekening door een statisticus te laten controleren.
3) In je derde argument schrijf je dat essenti�le genen niet kunnen evolueren [PS:D-Q]. Hemoglobine, h�t eiwit dat zuurstof in het bloed transporteert, lijkt mij een essentieel (noodzakelijk) gen, immers zonder hemoglobine, kan een mens niet leven. Desondanks zijn varianten van hemoglobine ge�volueerd in de mens, die weliswaar minder stabiel zijn, maar een evolutionair voordeel in de strijd tegen malaria bieden [JJ:WIL-8].
- Cytochroom c geef jij als voorbeeld van een essentieel gen dat volgens jou niet kan evolueren (veranderen) [PS:D-6], ... "omdat verlies van functie de dood van de drager betekend"[PS:D-Q]. Echter, ofschoon vele veranderingen in humaan cytochroom c fataal zijn, toch kun je met een mutaties in cytochroom c volwassen worden [Robinson'00; Shoubridge'01]. Met andere woorden, ook cytochroom c kan veranderen (evolueren).
4) Eiwitten zijn te complex en te gespecialiseerd om te evolueren [PS:D-Q]. Je lijkt een soort van grote veranderingen is evolutie idee te hebben. Eiwitten kunnen op twee manieren evolueren, en het feit dat ze dit doen: zie punt 1. Door subtiele puntmutaties kan de bindingssterkte aan bepaalde DNA-sequentie toenemen en die aan andere afnemen. Zodoende kan een gespecialiseerd eiwit, zoals een DNA bindend eiwit elders op het DNA binden. Een complex eiwit bestaat uit kleinere functionele delen, domeinen genaamd. Een zo'n domein zorgt b.v. voor DNA-binding en een tweede b.v. voor hormoonbinding. Op het genoom liggen deze domeinen veelal ver van elkaar af (honderd tot duizend keer de grootte van die stukjes DNA zelf). Nadat het DNA naar RNA is vertaald worden deze domeinen door splicing (uitknippen van niet-vertaalde stukken RNA) aan elkaar gezet, zodat ze elkaar direct opvolgen in het eiwit. Dit principe betekend in het geval van DNA recombinatie, dat de kans dus honderd tot duizend keer zo groot is dat het tussen de domeinen van het eiwit gebeurd dan er binnen. Dat betekend dat de functionele structuur van het eiwit behouden blijft, terwijl het eiwit kan recombineren. Dit is nog een extra reden waarom selectie van gerecombineerde van genen (evolutie) leidt tot functionele vooruitgang [Zhang'02].
5) De meeste genen kennen zelfs helemaal geen variatie [PS:D-Q]. In tegenstelling tot jouw bewering, kennen vrijwel alle genen variatie. Je verwart volgens mij heterozygotie, verschillende allelen binnen het individu (ieder mens heeft alle genen in tweevoud) met polymorfisme, de verschillende allelen in de populatie. De definitie van polymorfisme wil echter nog wel eens verschillen van 1 tot honderden basenparen verschil [Schork'00]. De enige toets hiervoor is het volledig lezen van het genen in kwestie (sequentieanalyse), bij meerdere personen die geen familie van elkaar zijn. De data is overigens ook voorhanden uit het humane genoom project, waar juist om deze reden twee keer het genoom van meer dan 5 mensen is gelezen. Volgens het lab dat het humane genoom opgehelderd hebben zit dat vol met variatie oftewel 'single nucleotide polymorfisms' (SNPs) [Bentley'00]. Dus de meeste genen hebben wel variatie! Ken jij een menselijk gen zonder variatie? Zelfs de essenti�le genen (zie hierboven) hebben variatie!
6) Helemaal met je eens wat betreft de stelling: soorten die niet uit elkaar zijn ontstaan zijn niet uit elkaar ontstaan. Maar waarom komt uit deze situatie de conclusie naar voren dat mutaties kunnen niet verantwoordelijk geacht worden voor het ontstaan van de genen [PS:D-Q]. Dit is hierboven punt 1 reeds beargumenteerd.
7) Genduplicatie is een mogelijk gevolg van recombinatie of retroviraal overbrengen. Het menselijke genoom bevat vele tientallen stille retrovirussen en recombinaties komen gemiddeld zo'n 100-150 keer voor bij de delingen die leiden tot de vorming van geslachtscellen. Duplicaties zullen hierbij dus wel plaats vinden. De conclusie dat mutatie geen nieuwe varianten oplevert naar verdubbeling haal je uit argumenten 1 en 3. Argument 1 is al aangetoond onjuist te zijn. Argument 3 is niet van toepassing, omdat het gen verdubbelt is en het tweede gen niet meer essentieel (noodzakelijk) is, want er is nog een eerste gen!
8) Hier ben ik het met jou eens, veel, maar dus niet alle (zie punt 1!), voorbeelden van evolutie zijn vormen van degeneratie [PS:D-Q].
9) Wederom ben ik het met jou eens, variatie alleen is geen bewijs voor evolutie [PS:D-Q]. Het verkrijgen van nieuwe en / of verbeterde eigenschappen door mutaties die leiden tot variatie dat uitgeselecteerd wordt, is wel bewijs voor evolutie.
10) Je praat over de potentie van een oerwolf om tientallen verschillende vari�teiten van honden en wolven te veroorzaken. Deze variaties zijn in wezen kleine verschillen in het erfelijk materiaal. Voor sommige genen gaat het om tientallen, of honderden varianten. Hoe kunnen die ooit in een ouder paar oerwolven hebben gezeten (beide hebben slechts 2, mogelijk verschillende, kopie�n van elk gen, dus samen 4). Met andere woorden: alleen mutatie kan ervoor zorgen dat uit 2 oerdieren, meer dan 4 verschillende varianten laten ontstaan.
- Daardoor is er een uitwaaiering vanuit de oersoorten naar allerlei sub- en ondersoorten, die ieder op zich door recombinatie en selectie ontstaan, en daarmee genetisch verarmen ten opzichte van hun moedersoort [PS1]. Het viel Darwin op dat die geslachten die het meest uitgewaaierd waren naar soorten genetisch gezien het rijkst waren (grootste aantal verschillende allelen). Darwin constateerde dat genetische rijkdom het grootst is bij soorten in soortrijke geslachten en in de geslachten van geslachtrijke families. Of anders geformuleerd: Juist die genera (of als je wilt oersoorten) waaruit vele soorten zijn ontwikkelt, kennen ook binnen de soorten grote variatie [CD:OOS-2]. Deze constatering is een van de pijlers waarop Darwin de evolutieleer heeft geformuleerd, en dit is direct strijdig met de degeneratie gedachte die jij formuleert.
11) Er is een einde aan doorselecteren [PS:D-Q]. De meeste muizenstammen na inteelt honderden generaties doorgefokt worden, en kunnen nog steeds geselecteerd worden. Dus waar ligt het einde van doorselecteren dan?
12) Verlies aan genen kan leiden tot nieuwe variatie [PS:D-Q]. Maar zie punt 1, nieuwe variatie kan ook komen door mutaties in genen.
13) Je stelt dat nieuwe variatie is altijd variatie op hetzelfde thema [PS:D-Q]. Dit klopt voor de meeste waargenomen gevallen van variatie. In de gevallen van soortvorming, blijven de grote lijnen van biologische organisatie vrijwel onveranderd. Deze voorspelling doe je ook aan de hand van de evolutieleer. Grote veranderingen kosten meer tijd dan kleine. Voordat jouw boek was uitgekomen, werd biologische soortvorming gezien, een bewijs van macro-evolutie. Inmiddels is dat bewijs meerdere malen geleverd. In je boek neb je echter hebt de definities van macro-evolutie veranderd van soortvorming naar de vorming van nieuwe typen, gedefinieerd in argument 16. Harde bewijzen voor 'mega-evolutie', themaoverstijgende variatie ontbreken. Dit wordt voorspeld door de evolutieleer, immers om de variatie nodig voor een nieuwe typologie is een langdurig proces van mutatie en selectie nodig. Of dit echt plaatsvindt, is dus de vraag. Wel bestaan aanwijzingen voor het vormen van nieuwe typologie. De ene soort bestaat uit gevonden overgangsfossielen, de andere uit divergente evolutie, vergelijkbare structuren krijgen totaal verschillende functies. Voorbeelden hiervan zijn de vleugels van een vleermuis, de vinnen van de dolfijn en de armen van de mens. Al deze structuren hebben vergelijkbare opbouw in botstructuren. Aangezien alle botten met een andere functie in al deze drie biologische soorten terug zijn te vinden, noemt men dit divergente evolutie.
14) Het ontwikkelen van een embryo is typologische differentiatie. De vorm en functie veranderingen in de embryologie worden niet veroorzaakt door genetische verandering tijdens de ontwikkeling van het embryo.
15) Dezelfde functies worden door verschillende genen gerealiseerd [PS:D-Q]. Dat is ook een klassiek voorbeeld van convergente evolutie: dezelfde selectiedruk zorgt voor dezelfde aanpassingen. Jouw beweringen dat evolutionisten ervan uitgaan dat alles dezelfde oorsprong heeft [PS:D-15] is niet waar. Je bent duidelijk niet op de hoogte van het begrip convergente evolutie. Convergente evolutie, is het uiterlijk naar elkaar toegroeien, ondanks verschillende oorsprong door hetzelfde selectiemechanisme. Een voorbeeld convergente evolutie zijn de vinnen van een dolfijn vergeleken met die van haaien. De bouw van de botten verschilt volledig, ondanks uiterlijke overeenkomst. Het tegenovergestelde is divergente evolutie, vergelijkbare structuren krijgen totaal verschillende functies. Voorbeelden hiervan zijn de vleugels van een vleermuis, de vinnen van de dolfijn en de armen van de mens. Al deze structuren hebben vergelijkbare opbouw in botstructuren. In tegenstelling tot convergente evolutie wordt divergente evolutie wel als bewijs voor gemeenschappelijke afstamming gezien. Divergente evolutie laat namelijk overeenkomsten in het basisbouwplan zien, bij structuren met totaal verschillende functie (de rol van functie als selecterende kracht op de structuur kan dus worden uitgesloten).
16) Idem boven. Je definieert de grenzen voor een type als ei- en zaadcellen van twee soorten elkaar kunnen bevruchten, ook als er geen levensvatbaar embryo ontstaat. Dit impliceert dat de degeneratietheorie en biologische soortvorming accepteert. Soortvorming was voorheen de definitie van macro-evolutie, dus in die zin accepteer je dan dus ook macro-evolutie. Als ik je goed begrijp houdt jouw grens op bij een soort van mega-evolutie, evolutie over de typologische grenzen heen, hetgeen een tijdrovend proces is. Ook Darwin ging uit van het idee dat meerdere bestaande soorten een gezamenlijke voorouder hebben, en dat alle soorten uit 1 of meerdere voorouders stammen [CD:OOS-14], dus in zoverre zijn jullie het dus eens. In tegenstelling tot de voorkant van je boek "hoe de huidige inzichten van de genetica onthullen dat de soorten of typen niet door natuurlijke selectie zijn ontstaan", ga je uiteindelijk ervan uit dat soorten binnen het type wel zijn ge�volueerd of gedegenereerd door natuurlijke selectie.
1) Je begint met de aanname dat moleculaire evolutie, het ontstaan van nieuwe genen / eiwitten niet kan, en dat nieuwe eigenschappen slechts verlies van oude eigenschappen zijn [PS:D-Q]. Helaas bestaan vele voorbeelden van het verwerven van nieuwe eigenschappen door mutaties en / of recombinatie. Het gaat om reageerbuis experimenten, virussen en menselijke antilichaamproducerende en kankercellen. Een aantal voorbeelden heb ik reeds weergegeven in de paragraaf Methodes van verandering en voorruitgang [JJ:WIL-9].
- Bij antilichaamproducerende cellen worden nieuwe mutaties gemaakt die zorgen dat het antilichaam nog sterker bindt aan het antigeen.
- Een tweede voorbeeld is bijvoorbeeld het Mond- en klauwzeer (MKZ) virus. De virusvarianten die in een rund of varken aanwezig zijn, kunnen niet direct gebruikt worden voor het maken van MKZ-vaccin. Het MKZ-vaccin wordt namelijk gemaakt in een hamsternier-kankercel (BHK) die in suspensie groeit. Het virus uit zieke dieren kan echter wel gebruikt worden om monolagen van cellen de infecteren. Na het opkweken in die monolagen ontstaan mutanten die wel de suspensiekweek kunnen infecteren. Een van deze mutanten is al voldoende voor een infectie, dus vermeerdering op zich kan niet de oorzaak zijn. Blijft over verandering van de aanwezige mutanten en het ontstaan van nieuwe mutanten [eigen werk].
- Met name de experimenten die in een reageerbuis zijn uitgevoerd, bewijzen dat de mechanismen van mutaties, en vooral ook van recombinatie, onder invloed van selectie, op zeer effici�nte wijze, nieuwe, anders en beter functionerende genen kunnen produceren. Enzymen die DNA kopi�ren kunnen in een reageerbuis onder invloed van mutaties en recombinatie evolutie bewerkstellen [Coco'01].
- Het verhogen van het maken van fouten (mutatieratio) leidt zelfs tot versnelde evolutie, iets wat al tientallen jaren wordt gedaan met zogenaamde mutagenen stoffen en nu ook kan door de kopieerenzymen meer foutgevoelig te maken [Cohen'01].
- Het meest recente en directe keiharde bewijs voor vooruitgang door moleculaire evolutie is een artikel dat laat zien dat je door opeenvolging van puntmutaties, een verbetering in het uitvoeren van ��n complexe functie. Die vooruitgang door mutatie, en dus evolutie, gaat zelfs veel sneller als men seksuele recombinatie ook een rol laat spelen [Zhang'02].
Dit alles lijkt mij een principe bewijs van het idee dat 'mutatie en / of recombinatie kan leiden tot vooruitgang onder druk van selectie'. En daarmee een principe bewijs dat evolutie mogelijk is. De feiten die ik hier citeer zijn direct strijdig met jouw aanname: "Mutaties zijn daarmee echter absoluut nog geen BRON van nieuwe variatie. Ze ge- en misbruiken alleen maar wat van oorsprong al voorhanden was in de soorten [PS1] Ik begrijp deze aanname niet. Mutatie is in gewoon Nederlands verandering van een nucle�nezuur (erfelijk materiaal). Als iets veranderd, dan hoeft het nieuwe toch niet van tevoren aanwezig te zijn? Immers als het nieuwe van tevoren al aanwezig was, hoeft iets niet te veranderen, maar zou selectie volstaan.
2) Zinnige eiwitten ontstaan inderdaad niet door toeval alleen [PS:D-Q], maar door het samenspel van toeval en natuurlijke selectie, zoals reeds aangetoond bij het vorige argument. Selectie in samenspel met mutatie is voldoende voor het verkrijgen van nieuwe eigenschappen, zie principes van de methodes hierboven. Bij antilichaamproducerende cellen worden nieuwe mutaties gemaakt die zorgen dat het antilichaam nog sterker bindt aan het antigeen. Aangezien een drijvende kracht bestaat (selectie) voor genen is je berekening uitgaande van volstrekt willekeurigheid van mutatie ongeldig. Onder punt 1, hier boven had ik ook al aangegeven dat de uitkomst van de berekening niet juist was.
- In je berekeningen lijk je helemaal gemist te hebben dat mutatie en selectie een continue wisselwerking met elkaar aangaan. Elders in je boek schrijf je terecht dat het mogelijk is dat ��n mutatie een gen zo verandert dat het niet meer functioneel is. Voor die ene verandering bestaan 20 mogelijkheden. Hier ga je er echter vanuit dat 300 opeenvolgende mutaties gelijktijdig nodig zijn alvorens selectie mogelijk is; hierdoor zijn er 20300 (extreem veel) mogelijke varianten. Als iedere mutatie uitgeselecteerd wordt, komt de kans voor verandering de verandering van een eiwit via puntmutaties in de grote orde van 20*300 = 6000 varianten. De varianten die niet worden uitgeselecteerd, doen immers verder niet meer mee. Na het goed formuleren van je theorie, zou ik je willen adviseren om je berekening door een statisticus te laten controleren.
3) In je derde argument schrijf je dat essenti�le genen niet kunnen evolueren [PS:D-Q]. Hemoglobine, h�t eiwit dat zuurstof in het bloed transporteert, lijkt mij een essentieel (noodzakelijk) gen, immers zonder hemoglobine, kan een mens niet leven. Desondanks zijn varianten van hemoglobine ge�volueerd in de mens, die weliswaar minder stabiel zijn, maar een evolutionair voordeel in de strijd tegen malaria bieden [JJ:WIL-8].
- Cytochroom c geef jij als voorbeeld van een essentieel gen dat volgens jou niet kan evolueren (veranderen) [PS:D-6], ... "omdat verlies van functie de dood van de drager betekend"[PS:D-Q]. Echter, ofschoon vele veranderingen in humaan cytochroom c fataal zijn, toch kun je met een mutaties in cytochroom c volwassen worden [Robinson'00; Shoubridge'01]. Met andere woorden, ook cytochroom c kan veranderen (evolueren).
4) Eiwitten zijn te complex en te gespecialiseerd om te evolueren [PS:D-Q]. Je lijkt een soort van grote veranderingen is evolutie idee te hebben. Eiwitten kunnen op twee manieren evolueren, en het feit dat ze dit doen: zie punt 1. Door subtiele puntmutaties kan de bindingssterkte aan bepaalde DNA-sequentie toenemen en die aan andere afnemen. Zodoende kan een gespecialiseerd eiwit, zoals een DNA bindend eiwit elders op het DNA binden. Een complex eiwit bestaat uit kleinere functionele delen, domeinen genaamd. Een zo'n domein zorgt b.v. voor DNA-binding en een tweede b.v. voor hormoonbinding. Op het genoom liggen deze domeinen veelal ver van elkaar af (honderd tot duizend keer de grootte van die stukjes DNA zelf). Nadat het DNA naar RNA is vertaald worden deze domeinen door splicing (uitknippen van niet-vertaalde stukken RNA) aan elkaar gezet, zodat ze elkaar direct opvolgen in het eiwit. Dit principe betekend in het geval van DNA recombinatie, dat de kans dus honderd tot duizend keer zo groot is dat het tussen de domeinen van het eiwit gebeurd dan er binnen. Dat betekend dat de functionele structuur van het eiwit behouden blijft, terwijl het eiwit kan recombineren. Dit is nog een extra reden waarom selectie van gerecombineerde van genen (evolutie) leidt tot functionele vooruitgang [Zhang'02].
5) De meeste genen kennen zelfs helemaal geen variatie [PS:D-Q]. In tegenstelling tot jouw bewering, kennen vrijwel alle genen variatie. Je verwart volgens mij heterozygotie, verschillende allelen binnen het individu (ieder mens heeft alle genen in tweevoud) met polymorfisme, de verschillende allelen in de populatie. De definitie van polymorfisme wil echter nog wel eens verschillen van 1 tot honderden basenparen verschil [Schork'00]. De enige toets hiervoor is het volledig lezen van het genen in kwestie (sequentieanalyse), bij meerdere personen die geen familie van elkaar zijn. De data is overigens ook voorhanden uit het humane genoom project, waar juist om deze reden twee keer het genoom van meer dan 5 mensen is gelezen. Volgens het lab dat het humane genoom opgehelderd hebben zit dat vol met variatie oftewel 'single nucleotide polymorfisms' (SNPs) [Bentley'00]. Dus de meeste genen hebben wel variatie! Ken jij een menselijk gen zonder variatie? Zelfs de essenti�le genen (zie hierboven) hebben variatie!
6) Helemaal met je eens wat betreft de stelling: soorten die niet uit elkaar zijn ontstaan zijn niet uit elkaar ontstaan. Maar waarom komt uit deze situatie de conclusie naar voren dat mutaties kunnen niet verantwoordelijk geacht worden voor het ontstaan van de genen [PS:D-Q]. Dit is hierboven punt 1 reeds beargumenteerd.
7) Genduplicatie is een mogelijk gevolg van recombinatie of retroviraal overbrengen. Het menselijke genoom bevat vele tientallen stille retrovirussen en recombinaties komen gemiddeld zo'n 100-150 keer voor bij de delingen die leiden tot de vorming van geslachtscellen. Duplicaties zullen hierbij dus wel plaats vinden. De conclusie dat mutatie geen nieuwe varianten oplevert naar verdubbeling haal je uit argumenten 1 en 3. Argument 1 is al aangetoond onjuist te zijn. Argument 3 is niet van toepassing, omdat het gen verdubbelt is en het tweede gen niet meer essentieel (noodzakelijk) is, want er is nog een eerste gen!
8) Hier ben ik het met jou eens, veel, maar dus niet alle (zie punt 1!), voorbeelden van evolutie zijn vormen van degeneratie [PS:D-Q].
9) Wederom ben ik het met jou eens, variatie alleen is geen bewijs voor evolutie [PS:D-Q]. Het verkrijgen van nieuwe en / of verbeterde eigenschappen door mutaties die leiden tot variatie dat uitgeselecteerd wordt, is wel bewijs voor evolutie.
10) Je praat over de potentie van een oerwolf om tientallen verschillende vari�teiten van honden en wolven te veroorzaken. Deze variaties zijn in wezen kleine verschillen in het erfelijk materiaal. Voor sommige genen gaat het om tientallen, of honderden varianten. Hoe kunnen die ooit in een ouder paar oerwolven hebben gezeten (beide hebben slechts 2, mogelijk verschillende, kopie�n van elk gen, dus samen 4). Met andere woorden: alleen mutatie kan ervoor zorgen dat uit 2 oerdieren, meer dan 4 verschillende varianten laten ontstaan.
- Daardoor is er een uitwaaiering vanuit de oersoorten naar allerlei sub- en ondersoorten, die ieder op zich door recombinatie en selectie ontstaan, en daarmee genetisch verarmen ten opzichte van hun moedersoort [PS1]. Het viel Darwin op dat die geslachten die het meest uitgewaaierd waren naar soorten genetisch gezien het rijkst waren (grootste aantal verschillende allelen). Darwin constateerde dat genetische rijkdom het grootst is bij soorten in soortrijke geslachten en in de geslachten van geslachtrijke families. Of anders geformuleerd: Juist die genera (of als je wilt oersoorten) waaruit vele soorten zijn ontwikkelt, kennen ook binnen de soorten grote variatie [CD:OOS-2]. Deze constatering is een van de pijlers waarop Darwin de evolutieleer heeft geformuleerd, en dit is direct strijdig met de degeneratie gedachte die jij formuleert.
11) Er is een einde aan doorselecteren [PS:D-Q]. De meeste muizenstammen na inteelt honderden generaties doorgefokt worden, en kunnen nog steeds geselecteerd worden. Dus waar ligt het einde van doorselecteren dan?
12) Verlies aan genen kan leiden tot nieuwe variatie [PS:D-Q]. Maar zie punt 1, nieuwe variatie kan ook komen door mutaties in genen.
13) Je stelt dat nieuwe variatie is altijd variatie op hetzelfde thema [PS:D-Q]. Dit klopt voor de meeste waargenomen gevallen van variatie. In de gevallen van soortvorming, blijven de grote lijnen van biologische organisatie vrijwel onveranderd. Deze voorspelling doe je ook aan de hand van de evolutieleer. Grote veranderingen kosten meer tijd dan kleine. Voordat jouw boek was uitgekomen, werd biologische soortvorming gezien, een bewijs van macro-evolutie. Inmiddels is dat bewijs meerdere malen geleverd. In je boek neb je echter hebt de definities van macro-evolutie veranderd van soortvorming naar de vorming van nieuwe typen, gedefinieerd in argument 16. Harde bewijzen voor 'mega-evolutie', themaoverstijgende variatie ontbreken. Dit wordt voorspeld door de evolutieleer, immers om de variatie nodig voor een nieuwe typologie is een langdurig proces van mutatie en selectie nodig. Of dit echt plaatsvindt, is dus de vraag. Wel bestaan aanwijzingen voor het vormen van nieuwe typologie. De ene soort bestaat uit gevonden overgangsfossielen, de andere uit divergente evolutie, vergelijkbare structuren krijgen totaal verschillende functies. Voorbeelden hiervan zijn de vleugels van een vleermuis, de vinnen van de dolfijn en de armen van de mens. Al deze structuren hebben vergelijkbare opbouw in botstructuren. Aangezien alle botten met een andere functie in al deze drie biologische soorten terug zijn te vinden, noemt men dit divergente evolutie.
14) Het ontwikkelen van een embryo is typologische differentiatie. De vorm en functie veranderingen in de embryologie worden niet veroorzaakt door genetische verandering tijdens de ontwikkeling van het embryo.
15) Dezelfde functies worden door verschillende genen gerealiseerd [PS:D-Q]. Dat is ook een klassiek voorbeeld van convergente evolutie: dezelfde selectiedruk zorgt voor dezelfde aanpassingen. Jouw beweringen dat evolutionisten ervan uitgaan dat alles dezelfde oorsprong heeft [PS:D-15] is niet waar. Je bent duidelijk niet op de hoogte van het begrip convergente evolutie. Convergente evolutie, is het uiterlijk naar elkaar toegroeien, ondanks verschillende oorsprong door hetzelfde selectiemechanisme. Een voorbeeld convergente evolutie zijn de vinnen van een dolfijn vergeleken met die van haaien. De bouw van de botten verschilt volledig, ondanks uiterlijke overeenkomst. Het tegenovergestelde is divergente evolutie, vergelijkbare structuren krijgen totaal verschillende functies. Voorbeelden hiervan zijn de vleugels van een vleermuis, de vinnen van de dolfijn en de armen van de mens. Al deze structuren hebben vergelijkbare opbouw in botstructuren. In tegenstelling tot convergente evolutie wordt divergente evolutie wel als bewijs voor gemeenschappelijke afstamming gezien. Divergente evolutie laat namelijk overeenkomsten in het basisbouwplan zien, bij structuren met totaal verschillende functie (de rol van functie als selecterende kracht op de structuur kan dus worden uitgesloten).
16) Idem boven. Je definieert de grenzen voor een type als ei- en zaadcellen van twee soorten elkaar kunnen bevruchten, ook als er geen levensvatbaar embryo ontstaat. Dit impliceert dat de degeneratietheorie en biologische soortvorming accepteert. Soortvorming was voorheen de definitie van macro-evolutie, dus in die zin accepteer je dan dus ook macro-evolutie. Als ik je goed begrijp houdt jouw grens op bij een soort van mega-evolutie, evolutie over de typologische grenzen heen, hetgeen een tijdrovend proces is. Ook Darwin ging uit van het idee dat meerdere bestaande soorten een gezamenlijke voorouder hebben, en dat alle soorten uit 1 of meerdere voorouders stammen [CD:OOS-14], dus in zoverre zijn jullie het dus eens. In tegenstelling tot de voorkant van je boek "hoe de huidige inzichten van de genetica onthullen dat de soorten of typen niet door natuurlijke selectie zijn ontstaan", ga je uiteindelijk ervan uit dat soorten binnen het type wel zijn ge�volueerd of gedegenereerd door natuurlijke selectie.
Goede wetenschap is falsificeerbaar (te testen)
Goede wetenschap is onder andere falsificeerbaar [Lett'90].
Falsificeerbaarheid is eenvoudig te testen. De theistische evolutionaire gedachte en de degeneratietheorie maken een aantal duidelijk verschillende voorspellingen in het aantal generaties dat een soort bestaat. Beide theorieen gaan uit van een andere ontstaansdatum van de soort. De degeneratietheorie voorspeld een leeftijd van maximaal 6.000 tot 10.000 jaar voor de mens en voor alle andere soorten (zowel dieren als planten) een oorsprong die gelijk is of jonger dan die van de mens). De meest gangbare evolutietheorie voorspeld dat de modernste oermens zo'n 50.000 tot 100.000 jaar oud is, en dat andere diersoorten aanmerkelijk ouder zijn, oplopend van de verschillende zoogdieren en vogels via de verschillende reptielen en via de verschillende amfibieen, naar de verschillende vissen en de verschillende kraakbeenvissen (volgens de gangbare evolutionaire afstammingsschema's). De voorspelde verschillen kunnen nog groter worden, omdat de degeneratietheorie uitgaat van de genetische aftakeling van de individuen in een soort, waardoor latere generatie minder oud worden en dus de vroegere generaties mogelijk een langere generatie tijd hadden dan wat wij nu zien. Het aantal generaties of de generatietijd zal dan wel bepaald moeten worden. Indien je dit wenst wil ik je helpen met de falsificatie van de degeneratietheorie.
Falsificeerbaarheid is eenvoudig te testen. De theistische evolutionaire gedachte en de degeneratietheorie maken een aantal duidelijk verschillende voorspellingen in het aantal generaties dat een soort bestaat. Beide theorieen gaan uit van een andere ontstaansdatum van de soort. De degeneratietheorie voorspeld een leeftijd van maximaal 6.000 tot 10.000 jaar voor de mens en voor alle andere soorten (zowel dieren als planten) een oorsprong die gelijk is of jonger dan die van de mens). De meest gangbare evolutietheorie voorspeld dat de modernste oermens zo'n 50.000 tot 100.000 jaar oud is, en dat andere diersoorten aanmerkelijk ouder zijn, oplopend van de verschillende zoogdieren en vogels via de verschillende reptielen en via de verschillende amfibieen, naar de verschillende vissen en de verschillende kraakbeenvissen (volgens de gangbare evolutionaire afstammingsschema's). De voorspelde verschillen kunnen nog groter worden, omdat de degeneratietheorie uitgaat van de genetische aftakeling van de individuen in een soort, waardoor latere generatie minder oud worden en dus de vroegere generaties mogelijk een langere generatie tijd hadden dan wat wij nu zien. Het aantal generaties of de generatietijd zal dan wel bepaald moeten worden. Indien je dit wenst wil ik je helpen met de falsificatie van de degeneratietheorie.
Samenvattende vergelijking van biologische theorieen:
verschillen tussen evolutieleer en degeneratie
Als ik het goed begrijp, Peter, corrigeer mij waar ik het mis heb: denk jij [PS:D] anders dan Darwin [CD:OOS] over (a) de grenzen van evolutie, mega-evolutie is volgens jouw niet mogelijk, terwijl Darwin dit wel aannam; (b) het herhalen van evolutie (c) het principe van moleculaire evolutie: mutaties zorgen volgens jou niet voor nieuwe variatie en middels selectie tot een verbeterde genfunctie.
a - Wat betreft mega-evolutie; dit is niet bewezen, slechts aangetoond door (i) gevonden fossielen; (ii) vergelijking van bouwplannen met verschillende functies; (iii) vergelijking genen met en zonder functie. De feiten tonen mega-evolutie heel sterk aan op lager niveau, dus b.v. binnen de orde van de zoogdieren, maar zijn aanzienlijk zwakker in het aantonen op een hoger niveau. Verschillen in geslachtsbepalende genen op orde-niveau (vissen, amfibie�n, reptielen, vogels en zoogdieren) laten zien dat op dergelijke hogere niveaus een grens zeker denkbaar is. Of en tot hoever mega-evolutie een rol speelt staat dus nog ter discussie.
b - In het begin van je flessennek-plaatje bestaat variatie. Ik ga uit van 2 oerdieren als begin van de soort. Twee dieren hebben maximaal 4 varianten per gen. Alle andere (vaak tientallen) varianten zijn dus ontstaan (door mutaties). Selectie verminderd het aantal aanwezige varianten. Waarom zou in de geselecteerde dieren geen nieuwe variatie meer kunnen staan, als dat oorspronkelijk wel kon?
c - Het vakgebied van de biologie kent vandaag de dag talrijke bewijzen van het principe dat willekeurig mutaties leiden tot verbetering van het gen en van de soort (zie punt 1). Het ontkennen van dit argument heeft derhalve geen wetenschappelijke basis.
a - Wat betreft mega-evolutie; dit is niet bewezen, slechts aangetoond door (i) gevonden fossielen; (ii) vergelijking van bouwplannen met verschillende functies; (iii) vergelijking genen met en zonder functie. De feiten tonen mega-evolutie heel sterk aan op lager niveau, dus b.v. binnen de orde van de zoogdieren, maar zijn aanzienlijk zwakker in het aantonen op een hoger niveau. Verschillen in geslachtsbepalende genen op orde-niveau (vissen, amfibie�n, reptielen, vogels en zoogdieren) laten zien dat op dergelijke hogere niveaus een grens zeker denkbaar is. Of en tot hoever mega-evolutie een rol speelt staat dus nog ter discussie.
b - In het begin van je flessennek-plaatje bestaat variatie. Ik ga uit van 2 oerdieren als begin van de soort. Twee dieren hebben maximaal 4 varianten per gen. Alle andere (vaak tientallen) varianten zijn dus ontstaan (door mutaties). Selectie verminderd het aantal aanwezige varianten. Waarom zou in de geselecteerde dieren geen nieuwe variatie meer kunnen staan, als dat oorspronkelijk wel kon?
c - Het vakgebied van de biologie kent vandaag de dag talrijke bewijzen van het principe dat willekeurig mutaties leiden tot verbetering van het gen en van de soort (zie punt 1). Het ontkennen van dit argument heeft derhalve geen wetenschappelijke basis.
Samenvattende vergelijking van biologische theorieen:
overeenkomsten tussen evolutieleer en degeneratie
Behalve verschillen zie ik ook algemene punten in de verschillende theorieen, die reeds binnen 50 jaar na het verschijnen van Darwins eerste boek gepubliceerd zijn: (d) niets kan niet de bron van iets zijn, dus een begin is geschapen (e) de feiten van evolutie die bestaan zijn niet strijdig met een persoonlijk geloof in God,
d - De diepste oorzaak van de schepping is de liefde van de Schepper en Zijn bijbehorende eigen goedheid [Farley-5].
e - Het Geloof uit Genesis, blijft stevig en intact, zelfs als men de manier hoe verschillende soorten zijn ontstaan uitlegt aan de hand van de evolutietheorie" [Knabenbauer]. "Het is algemeen bekend dat de theorie van het spontaan ontstaan van bepaalde levensvormen zoals wormen en insecten aanvaard was theologen en filosofen, totdat, experimenteel bewijs het tegenovergestelde bewees" [Farley-4].
Ook zijn er enkele specifieke overeenkomsten tussen degeneratie en [PS:D] en biologische evolutie [CD:OOS]: (f) micro-evolutie, (g) soortvorming is macro-evolutie bestaat en (h) natuurlijke selectie (en mogelijk ook seksuele selectie) vormt de basis van micro- en macro-evolutie.
f - Variatie binnen de soorten bestaat, en nieuwe ondersoorten ontstaan.
g - Uit een oertype kunnen meerdere soorten ontstaan [PS:D-15].
h - "Het concept van 'natuurlijke selectie' is de grootste ontdekking die Charles Darwin gedaan heef t" [PS-1].
d - De diepste oorzaak van de schepping is de liefde van de Schepper en Zijn bijbehorende eigen goedheid [Farley-5].
e - Het Geloof uit Genesis, blijft stevig en intact, zelfs als men de manier hoe verschillende soorten zijn ontstaan uitlegt aan de hand van de evolutietheorie" [Knabenbauer]. "Het is algemeen bekend dat de theorie van het spontaan ontstaan van bepaalde levensvormen zoals wormen en insecten aanvaard was theologen en filosofen, totdat, experimenteel bewijs het tegenovergestelde bewees" [Farley-4].
Ook zijn er enkele specifieke overeenkomsten tussen degeneratie en [PS:D] en biologische evolutie [CD:OOS]: (f) micro-evolutie, (g) soortvorming is macro-evolutie bestaat en (h) natuurlijke selectie (en mogelijk ook seksuele selectie) vormt de basis van micro- en macro-evolutie.
f - Variatie binnen de soorten bestaat, en nieuwe ondersoorten ontstaan.
g - Uit een oertype kunnen meerdere soorten ontstaan [PS:D-15].
h - "Het concept van 'natuurlijke selectie' is de grootste ontdekking die Charles Darwin gedaan heef t" [PS-1].
Welke evolutieleer is doel van jouw (Peters) aanval?
"Charles Darwin is niet de uitvinder van de evolutietheorie" [PS-D2].
Charles Darwin is wel de mede-uitvinder van de biologische evolutieleer volgens natuurlijke selectie. En alleen die biologische evolutieleer van Darwin val jij in je boek aan op de punten van mega-evolutie en moleculaire evolutie. Met de principes van micro-evolutie, macro-evolutie en natuurlijke selectie ben je het wel eens (zie boven). Inhoudelijk ga je alleen in op biologische aspecten van de evolutieleer van Darwin, en dat is juist, want de evolutieleer van Darwin is een biologische leer. De redenen waarom je de leer van Darwin aanvalt zijn echter van gehele andere aard, ik citeer: Het hele probleem van het ontbreken van normen en waarden in onze samenleving en de dringende noodzaak van maatschappelijk discussie daarover, vindt zijn oorzaak in het algemeen aanvaard zijn van de evolutietheorie". Je geeft echter geen inhoudelijke kritiek op wat jij denkt dat de sociale en religieuze gevolgen van die biologische leer zijn [PS:D-2].
"De reden waarom de evolutietheorie nu zo populair is, is vooral omdat ze de mens vrijheid geeft en wel specifiek morele en seksuele vrijheid" [PS-D2].
Volgens mij kan een biologische leer, een leer over materie nooit een leer over de geest verklaren, omdat het een ander niveau is. Ter vergelijking, als ik een leer over de hardware van de computer verteld ook niets over de software. Ik kan een computerprogramma zelfs op papier opschrijven, los van de hardware die nodig is voor de functionaliteit zoals wij die kennen. Zo zal het ook met onze software (geest) gaan, als wij onze hardware (lichaam) verlaten. Als evolutie en degeneratie verschillende theorieen zijn over het ontstaan van soorten, waarom betrek jij dan de Geest wel bij evolutie en niet bij degeneratie. Darwin deed dit niet; ik doe het niet omdat ik geloof dat de principes van biologie anders zijn dan die van de menselijke geest en vice versa. Aangezien Darwin evolutie als een biologisch theorie presenteerde en jij degeneratie als een biologische presenteert, zie ik niet in waarom de ene biologische theorie wel invloed zou hebben op de geest en de andere niet. Natuurlijk, de mens wordt beinvloed door zijn biologisch egoisme, hetgeen je met enige fantasie zou kunnen lezen als een moleculair biologische beschrijving van de bijbelse definitie van het zondige karakter van de mens. De biologie van de mens is de biologie van een zoogdier. Geloof in God en de ontdekkingen van de principes van Gods schepping door evolutieleer zijn niet tegenstrijdig, . . . maar aanvullend [JJ:WIL-14]. Samen brengen ze ons dichter bij wat de wonderbaarlijke schepping van God is, en waarom deze schepping nooit door de mens geevenaard kan worden, zelfs niet als we in de toekomst middels gentherapie fouten in individuen gaan repareren, zelfs niet als we nieuwe (dier)soorten gaan maken [JJ:WIL-14]. Gods Geest werkt niet volgens de biologische erfelijkheidsleer! [JJ:WIL-13]. Natuurlijke selectie werkt anders op de menselijke geest dan op het lichaam. Als mensen om hun geloof of levensovertuiging vervolgt worden, dan hoeft het aantal gelovigen helemaal niet af te nemen (b.v. de christenen in de Romeinse tijd, de protestanten tijdens de inquisitie). En ook andersom, als mensen verplicht zijn een bepaald gedachtegoed aan te nemen, kan het aantal aanhangers van dat gedachtegoed toch sterk dalen (b.v. communisme in het Oostblok). Je kunt dus geen theorie afgeleidt uit de evolutieleer projecteren op het functioneren menselijke geest. Met andere woorden, voor het functioneren van de menselijke geest is het helemaal niet van belang hoe het menselijke lichaam tot stand is gekomen. De menselijke geest, ons gedrag ontstijgt de biologie [JJ:WIL-13].
"Het gaat beslist niet alleen maar om Biologische waarheid", . . . maar vooral politieke ideeen [PS-D2].
Je geeft drie voorbeelden van politieke ideeen, liberalisme, marxisme en nationaal-socialisme. Je spreekt over liberalisme, het marktgericht economisch denken dat dateert uit de 18e eeuw, terwijl Darwin zijn boek pas in de tweede helft van de 19e eeuw schreef. "Laat de economie z'n gang maar gaan, zij (net zoals de natuur) regelt haar zakjes zelf wel; de best toegeruste zal het winnen in de concurrentiestrijd". Als hier iemand door iemand de inspiratiebron voor iemand was, dan is het liberalisme de inspiratiebron voor Darwin geweest en niet andersom.
Karl Marx ideeen liggen direct in de lijn van het marktgericht economisch denken dat bestond. Zijn waarneming bestond uit het feit dat de rijken steeds rijker werden en de armen steeds armer. Dit zou volgens Marx op den duur leiden tot een spontane revolutie van de armen, de arbeiders. Geschrokken door de voorspellingen van Marx is het systeem van sociale zekerheid ingevoerd door de rijken, om de extreme verschillen in rijkdom te verminderen.
Het voorbeeld van Adolf Hitler, en met name de 'Endloesung' is erg ongelukkig gekozen in jouw boek. Een van de ideeen van het nationaal-socialisme is dat de Germanen 'uebermenschen' zijn, en dat andere volken minderwaardig zijn. Hitler wilde helemaal niet afwachten of natuurlijke of andere spontane selectie zijn veronderstelling van 'uebermenschen' zou bewijzen. Je weet misschien wel dat de 'Endloesung' zich vooral richtte op 1 volk, de vernietiging van Joden. De reden die Hitler gaf, de Joden hebben Jezus vermoordt. Over de kwaliteit van jouw redenatie gesproken: dat heeft Hitler vast niet gelezen in de 'Origen of Species', ondanks dat Darwin theoloog was. Nee, Hitler had dat uit een geheel ander boek (!). En omdat Hitler daar iets verkeerds uithaalt, wil nog niet zeggen dat het boek waar Hitler zijn idee uithaalt verkeerd is. Diezelfde redenatie geldt natuurlijk ook voor de evolutieleer. Je moet een boek op de eigenwaarde beoordelen, niet op wat mensen eruit halen omdat het toevallig goed in hun straatje past. Hitler haalde ook alleen uit de bijbel wat hem van pas kwam. Hitler negeerde het feit dat vrijwel alle hoofdpersonen in de bijbel Joden waren, zowel de goede als de slechte, van Jezus en zijn volgelingen tot zij die opriepen om Jezus te vermoorden.
Peter, ik denk dat je gelijk had toen je zei "het woord evolutie is verwarrend" [PS-D2]. Het woord evolutie is uitermate verwarrend in het boek degeneratie. Je haalt theorieen in verschillende wetenschappelijke disciplines door elkaar. Biologische evolutie bestaat uit kopieren met veranderingen en selectiemechanismen en achter die basis sta jij ook (zie boven). Alle theorieen moeten op hun eigen feitelijke onderbouwing worden beoordeeld en niet op dingen die er niet toe doen, volgens goede wetenschappelijke principes [Lett'90]. Alleen zo hebben we onze "lendenen omgord met de waarheid" {Efe5:14a}.
Charles Darwin is wel de mede-uitvinder van de biologische evolutieleer volgens natuurlijke selectie. En alleen die biologische evolutieleer van Darwin val jij in je boek aan op de punten van mega-evolutie en moleculaire evolutie. Met de principes van micro-evolutie, macro-evolutie en natuurlijke selectie ben je het wel eens (zie boven). Inhoudelijk ga je alleen in op biologische aspecten van de evolutieleer van Darwin, en dat is juist, want de evolutieleer van Darwin is een biologische leer. De redenen waarom je de leer van Darwin aanvalt zijn echter van gehele andere aard, ik citeer: Het hele probleem van het ontbreken van normen en waarden in onze samenleving en de dringende noodzaak van maatschappelijk discussie daarover, vindt zijn oorzaak in het algemeen aanvaard zijn van de evolutietheorie". Je geeft echter geen inhoudelijke kritiek op wat jij denkt dat de sociale en religieuze gevolgen van die biologische leer zijn [PS:D-2].
"De reden waarom de evolutietheorie nu zo populair is, is vooral omdat ze de mens vrijheid geeft en wel specifiek morele en seksuele vrijheid" [PS-D2].
Volgens mij kan een biologische leer, een leer over materie nooit een leer over de geest verklaren, omdat het een ander niveau is. Ter vergelijking, als ik een leer over de hardware van de computer verteld ook niets over de software. Ik kan een computerprogramma zelfs op papier opschrijven, los van de hardware die nodig is voor de functionaliteit zoals wij die kennen. Zo zal het ook met onze software (geest) gaan, als wij onze hardware (lichaam) verlaten. Als evolutie en degeneratie verschillende theorieen zijn over het ontstaan van soorten, waarom betrek jij dan de Geest wel bij evolutie en niet bij degeneratie. Darwin deed dit niet; ik doe het niet omdat ik geloof dat de principes van biologie anders zijn dan die van de menselijke geest en vice versa. Aangezien Darwin evolutie als een biologisch theorie presenteerde en jij degeneratie als een biologische presenteert, zie ik niet in waarom de ene biologische theorie wel invloed zou hebben op de geest en de andere niet. Natuurlijk, de mens wordt beinvloed door zijn biologisch egoisme, hetgeen je met enige fantasie zou kunnen lezen als een moleculair biologische beschrijving van de bijbelse definitie van het zondige karakter van de mens. De biologie van de mens is de biologie van een zoogdier. Geloof in God en de ontdekkingen van de principes van Gods schepping door evolutieleer zijn niet tegenstrijdig, . . . maar aanvullend [JJ:WIL-14]. Samen brengen ze ons dichter bij wat de wonderbaarlijke schepping van God is, en waarom deze schepping nooit door de mens geevenaard kan worden, zelfs niet als we in de toekomst middels gentherapie fouten in individuen gaan repareren, zelfs niet als we nieuwe (dier)soorten gaan maken [JJ:WIL-14]. Gods Geest werkt niet volgens de biologische erfelijkheidsleer! [JJ:WIL-13]. Natuurlijke selectie werkt anders op de menselijke geest dan op het lichaam. Als mensen om hun geloof of levensovertuiging vervolgt worden, dan hoeft het aantal gelovigen helemaal niet af te nemen (b.v. de christenen in de Romeinse tijd, de protestanten tijdens de inquisitie). En ook andersom, als mensen verplicht zijn een bepaald gedachtegoed aan te nemen, kan het aantal aanhangers van dat gedachtegoed toch sterk dalen (b.v. communisme in het Oostblok). Je kunt dus geen theorie afgeleidt uit de evolutieleer projecteren op het functioneren menselijke geest. Met andere woorden, voor het functioneren van de menselijke geest is het helemaal niet van belang hoe het menselijke lichaam tot stand is gekomen. De menselijke geest, ons gedrag ontstijgt de biologie [JJ:WIL-13].
"Het gaat beslist niet alleen maar om Biologische waarheid", . . . maar vooral politieke ideeen [PS-D2].
Je geeft drie voorbeelden van politieke ideeen, liberalisme, marxisme en nationaal-socialisme. Je spreekt over liberalisme, het marktgericht economisch denken dat dateert uit de 18e eeuw, terwijl Darwin zijn boek pas in de tweede helft van de 19e eeuw schreef. "Laat de economie z'n gang maar gaan, zij (net zoals de natuur) regelt haar zakjes zelf wel; de best toegeruste zal het winnen in de concurrentiestrijd". Als hier iemand door iemand de inspiratiebron voor iemand was, dan is het liberalisme de inspiratiebron voor Darwin geweest en niet andersom.
Karl Marx ideeen liggen direct in de lijn van het marktgericht economisch denken dat bestond. Zijn waarneming bestond uit het feit dat de rijken steeds rijker werden en de armen steeds armer. Dit zou volgens Marx op den duur leiden tot een spontane revolutie van de armen, de arbeiders. Geschrokken door de voorspellingen van Marx is het systeem van sociale zekerheid ingevoerd door de rijken, om de extreme verschillen in rijkdom te verminderen.
Het voorbeeld van Adolf Hitler, en met name de 'Endloesung' is erg ongelukkig gekozen in jouw boek. Een van de ideeen van het nationaal-socialisme is dat de Germanen 'uebermenschen' zijn, en dat andere volken minderwaardig zijn. Hitler wilde helemaal niet afwachten of natuurlijke of andere spontane selectie zijn veronderstelling van 'uebermenschen' zou bewijzen. Je weet misschien wel dat de 'Endloesung' zich vooral richtte op 1 volk, de vernietiging van Joden. De reden die Hitler gaf, de Joden hebben Jezus vermoordt. Over de kwaliteit van jouw redenatie gesproken: dat heeft Hitler vast niet gelezen in de 'Origen of Species', ondanks dat Darwin theoloog was. Nee, Hitler had dat uit een geheel ander boek (!). En omdat Hitler daar iets verkeerds uithaalt, wil nog niet zeggen dat het boek waar Hitler zijn idee uithaalt verkeerd is. Diezelfde redenatie geldt natuurlijk ook voor de evolutieleer. Je moet een boek op de eigenwaarde beoordelen, niet op wat mensen eruit halen omdat het toevallig goed in hun straatje past. Hitler haalde ook alleen uit de bijbel wat hem van pas kwam. Hitler negeerde het feit dat vrijwel alle hoofdpersonen in de bijbel Joden waren, zowel de goede als de slechte, van Jezus en zijn volgelingen tot zij die opriepen om Jezus te vermoorden.
Peter, ik denk dat je gelijk had toen je zei "het woord evolutie is verwarrend" [PS-D2]. Het woord evolutie is uitermate verwarrend in het boek degeneratie. Je haalt theorieen in verschillende wetenschappelijke disciplines door elkaar. Biologische evolutie bestaat uit kopieren met veranderingen en selectiemechanismen en achter die basis sta jij ook (zie boven). Alle theorieen moeten op hun eigen feitelijke onderbouwing worden beoordeeld en niet op dingen die er niet toe doen, volgens goede wetenschappelijke principes [Lett'90]. Alleen zo hebben we onze "lendenen omgord met de waarheid" {Efe5:14a}.
De grootheid van God,
de schepping van het stoffelijke,
en de invloed van de mens hierop
Peter, ik denk dat we overeenkomstige gedachten hebben over de geestelijke schepping van de mens. Echter, jouw visie op de schepping van het menselijke lichaam door God is materialistisch (stoffelijke). God vormt het menselijke lichaam door het op de een of andere manier in elkaar te zetten, vergelijkbaar met hoe een mens een pop maakt. Mijn visie op de schepping van het menselijke lichaam door God is meer van spiritualistische aard. Gods woord schiep de wetten van de materie, het leven en de menselijke geest. Als gevolg van de uitwerking van die wetten ontstonden de materie, de verschillende levensvormen en de geest die ons tot mens maakt. Gods woord is Gods wet is Gods werken.
Een praktisch voorbeeld: Stel je wordt als allereerste gevraagd wordt om gelijkzijdige en gelijkhoekige meerhoeken te maken, dan kun je dit op twee manieren doen. De eerste is de stoffelijke, materialistische wijze. Je maakt een gelijkzijdige driehoek, vervolgens een vierhoek en dan een vijfhoek etc. Als iemand anders ooit een gelijkzijdige 537-hoek maakt, die jij nog niet gemaakt hebt, heeft die dus als eerste gecreeerd. Je kunt echter ook voor de geestelijke, de spirituele schepping kiezen. Je maakt een computer programma. In dat programma schrijf je de wiskundige wetten voor een gelijkzijdige meerhoek. Deze meetkundige wetten liggen vast in je programma. Voor elk getal dat jij of iemand anders in vult maken de wetten van jou programma de bijbehorende figuur. Maar in geestelijke zin ben jij de vader van elke schepping. Je hebt ze allemaal gemaakt met jouw wetten. Zelfs die 537-hoek heb je vastgelegd, terwijl je misschien 537 niet in je computerprogramma had ingevuld. Geestelijke schepping gaat dus aanzienlijk verder en vooral dieper dan lichamelijke schepping. Dit is wat ik bedoel met Gods woord is Gods wet is Gods werken.
Het niveau waarop God functioneert, is dermate veel complexer dan dat wat wij mensen kunnen begrijpen: "ik moet agnostisch blijven", alleen God is alwetend [JJ:WIL-14]. Ik denk dat God het menselijke lichaam op eenzelfde manier heeft geschapen als dierlijke lichamen. Schepping door van Woord naar Wet naar Werken. Het verschil tussen de materialistische en de spiritualistisch benadering van hoe God materie schept blijkt uit de invloed die de mens hierop kan hebben. De spirituele wetten van het Woord Gods kunnen door natuurwetenschappers worden bewezen, echter niet veranderd. De materialistische levensvormen kunnen echter middels moderne genetische technieken worden veranderd, waardoor er nieuwe scheppingen (b.v. een 537-hoek ontstaat).
Ik denk niet dat de mens God kan evenaren, na-apen, of diens schepping doen degenereren door de foute keuzes van onze wil (de zondeval). Dus ik voel me als Christen beter bij een spirituele visie op de schepping door God. De boodschap die ik als christen wil brengen blijft hetzelfde: Elke mens is immers uniek, en met liefde gemaakt door God. Dat unieke van de mens zit niet in het lichamelijke, maar in het geestelijke van de mens. In het geestelijke is de mens ook gemaakt naar Gods evenbeeld. Het lichaam van de mens is gemaakt als evenbeeld van het lichaam van dieren (b.v. een aap) en onder invloed van dezelfde door Gods woord bepaalde wetten. De menselijke Geest van ieder mens is echter uniek en waardevol. Om dat nog eens te onderstrepen is Jezus gekomen ter verlossing van een ieders zonden. God houdt van jou, God houdt van mij. God wil in jou en mij werken middels de Heilige Geest [JJ:WIL-14]. Die boodschap wil ik brengen, vrij van wetenschappelijke controverse (discussie) over hoe God de dingen doet. De "hoe God de mens gemaakt heeft" discussie kan namelijk het ontvangen van de meest belangrijke boodschap verhinderen.
Een praktisch voorbeeld: Stel je wordt als allereerste gevraagd wordt om gelijkzijdige en gelijkhoekige meerhoeken te maken, dan kun je dit op twee manieren doen. De eerste is de stoffelijke, materialistische wijze. Je maakt een gelijkzijdige driehoek, vervolgens een vierhoek en dan een vijfhoek etc. Als iemand anders ooit een gelijkzijdige 537-hoek maakt, die jij nog niet gemaakt hebt, heeft die dus als eerste gecreeerd. Je kunt echter ook voor de geestelijke, de spirituele schepping kiezen. Je maakt een computer programma. In dat programma schrijf je de wiskundige wetten voor een gelijkzijdige meerhoek. Deze meetkundige wetten liggen vast in je programma. Voor elk getal dat jij of iemand anders in vult maken de wetten van jou programma de bijbehorende figuur. Maar in geestelijke zin ben jij de vader van elke schepping. Je hebt ze allemaal gemaakt met jouw wetten. Zelfs die 537-hoek heb je vastgelegd, terwijl je misschien 537 niet in je computerprogramma had ingevuld. Geestelijke schepping gaat dus aanzienlijk verder en vooral dieper dan lichamelijke schepping. Dit is wat ik bedoel met Gods woord is Gods wet is Gods werken.
Het niveau waarop God functioneert, is dermate veel complexer dan dat wat wij mensen kunnen begrijpen: "ik moet agnostisch blijven", alleen God is alwetend [JJ:WIL-14]. Ik denk dat God het menselijke lichaam op eenzelfde manier heeft geschapen als dierlijke lichamen. Schepping door van Woord naar Wet naar Werken. Het verschil tussen de materialistische en de spiritualistisch benadering van hoe God materie schept blijkt uit de invloed die de mens hierop kan hebben. De spirituele wetten van het Woord Gods kunnen door natuurwetenschappers worden bewezen, echter niet veranderd. De materialistische levensvormen kunnen echter middels moderne genetische technieken worden veranderd, waardoor er nieuwe scheppingen (b.v. een 537-hoek ontstaat).
Ik denk niet dat de mens God kan evenaren, na-apen, of diens schepping doen degenereren door de foute keuzes van onze wil (de zondeval). Dus ik voel me als Christen beter bij een spirituele visie op de schepping door God. De boodschap die ik als christen wil brengen blijft hetzelfde: Elke mens is immers uniek, en met liefde gemaakt door God. Dat unieke van de mens zit niet in het lichamelijke, maar in het geestelijke van de mens. In het geestelijke is de mens ook gemaakt naar Gods evenbeeld. Het lichaam van de mens is gemaakt als evenbeeld van het lichaam van dieren (b.v. een aap) en onder invloed van dezelfde door Gods woord bepaalde wetten. De menselijke Geest van ieder mens is echter uniek en waardevol. Om dat nog eens te onderstrepen is Jezus gekomen ter verlossing van een ieders zonden. God houdt van jou, God houdt van mij. God wil in jou en mij werken middels de Heilige Geest [JJ:WIL-14]. Die boodschap wil ik brengen, vrij van wetenschappelijke controverse (discussie) over hoe God de dingen doet. De "hoe God de mens gemaakt heeft" discussie kan namelijk het ontvangen van de meest belangrijke boodschap verhinderen.
De mens is Geest!
Het laatste hoofdstuk: 'De mens is geest' [PS-D-16] is een mooie afsluiter van het boek en een belangrijke boodschap. Je geeft in dit verband ook drie van de vier definities van leven (ik denk dat je 2 en 3, beweging en psychisch, hebt samen gevoegd) die ik gebruikt. Charles Darwin, christelijk theoloog, vond zijn theorie niet strijdig met het persoonlijke geloof in God. Het menselijke lichaam is dan wel materie, maar 'het mens zijn is het geest zijn'. Deze verschillende niveaus van leven (zoals lichaam en geest) zijn algemeen door Christenen en hun kerken geaccepteerd, en nog belangijker, ze rusten op een degelijk bijbels fundament {Eze.37:1-14; b.v. Rom.7&8}. Voor verschillende niveaus van leven gelden verschillende wetten: stofwisseling is noodzakelijk voor ons lichaam, maar onze geest kent die niet; De geest kan eeuwig leven verkrijgen door het aannemen van Jezus Christus, maar ons huidige aardse lichaam zal na onze dood vergaan.
Daarom zou ik je willen aanbevelen dit laatste hoofdstuk apart te publiceren, zonder verwijzingen naar de degeneratie-theorie. Ik denk namelijk dat 'De mens is geest' is belangrijke en een welkome aanvullende tegenhanger is van de evolutieleer, die zuiver het materialistische aspect van de mens beschrijft.
Daarom zou ik je willen aanbevelen dit laatste hoofdstuk apart te publiceren, zonder verwijzingen naar de degeneratie-theorie. Ik denk namelijk dat 'De mens is geest' is belangrijke en een welkome aanvullende tegenhanger is van de evolutieleer, die zuiver het materialistische aspect van de mens beschrijft.
Slot
Hiermee hoop ik, mijn argumenten en mijn vragen verduidelijkt te hebben. Ik denk dat wetenschap alleen maar groeit door gerichte inhoudelijke kritiek op argumenten. Daarom heb ik geprobeerd om in die geest met mijn kennis als christen en bioloog, antwoord te geven op jouw schrijven. Ik hoop dat je de tijd wilt nemen om verdere uitleg te geven over de bijbelse en biologische vragen en onduidelijkheden.
Ik vind het namelijk van groot belang voor mezelf, als voor mijn studenten in het universitaire onderwijs dat mijn wetenschappelijk vakgebied (biologie) en mijn Eerste Liefde (Jezus Christus volgen) niet strijdig zijn met elkaar [JJ1].
Moge Gods geest bij je zijn in de speurtocht naar de Waarheid en de Liefde,
Vriendelijke Groet,
John
Ik vind het namelijk van groot belang voor mezelf, als voor mijn studenten in het universitaire onderwijs dat mijn wetenschappelijk vakgebied (biologie) en mijn Eerste Liefde (Jezus Christus volgen) niet strijdig zijn met elkaar [JJ1].
Moge Gods geest bij je zijn in de speurtocht naar de Waarheid en de Liefde,
Vriendelijke Groet,
John
Peter Scheele aan John Jacobs ...
De laatste brief van John Jacobs dateert van 15-02-2002. Sindsdien heeft Peter Scheele nog niet gereageerd.